BRL9500-U

De BRL 9500-U richtlijn is bedoeld voor bedrijfspanden zoals kantoren, scholen en zorginstellingen. Deze richtlijn bepaalt hoe de energieprestaties van deze gebouwen worden beoordeeld. Een energiecertificaat volgens BRL 9500-U is verplicht bij verkoop, verhuur of oplevering van een bedrijfspand.

  • Bel ons direct

    085 – 330 11 11

  • Of mail ons

    hoi@vinkcertificering.nl

Wat houdt certificering voor de BRL9500-U in?

Als nieuwe certificaathouder start je met het toelatingsonderzoek. Dit toelatingsonderzoek bestaat uit twee delen:

  • Het organisatiegerichte onderzoek:

    Bij dit onderzoek wordt gecontroleerd of het bedrijf, het kwaliteitshandboek van het bedrijf en de implementatie daarvan voldoet aan de eisen die gesteld zijn in de hoofdstukken 3,4,5 en 6 van de BRL9500-U.

  • Het projectgerichte onderzoek:

    De certificatie-instelling controleert ten minste twee energieprestatie-rapporten op het voldoen aan de eisen van de hoofdstukken 3 en 4 uit de BRL9500-U en of de energieprestatieberekening voldoet aan de eisen uit ISSO-publicatie 75.1 en de NTA8800. Één rapport wordt achteraf in het werk gecontroleerd en één rapport op dossier.

Van zowel het organisatiegerichte onderzoek als van de beoordeelde projectdossiers wordt een schriftelijke rapportage opgesteld. Deze rapportage bevat alle bevindingen van de beoordeling, inclusief kritieke en niet-kritieke afwijkingen.

Wanneer uit de rapporten blijkt dat het bedrijf voldoet aan de eisen voor certificering, ontvangt het bedrijf het certificaat.

Om de kwaliteit te blijven borgen, worden er periodieke vervolgcontroles uitgevoerd. Ook deze bestaan uit een organisatorisch onderzoek en een projectgericht onderzoek. DE BRL9500-U schrijft voor hoe vaak en hoeveel onderzoeken er gedaan moeten worden. Voor het organisatorisch onderzoek wordt steeds gecontroleerd of het bedrijf, het kwaliteitshandboek van het bedrijf en de implementatie daarvan voldoet aan de eisen die gesteld zijn in de hoofdstukken 3,4,5 en 6 van de BRL9500-U. Daarnaast worden er dossiers gecontroleerd op de kwaliteit van dossiervorming.

Voor de projectgerichte vervolgcontroles worden steekproefsgewijs een aantal energieprestatie-rapporten gecontroleerd op overeenstemming met de eisen in hoofdstuk 3 en 4 van de BRL9500-U. Het aantal te controleren rapporten en de frequentie hiervan wordt bepaald op basis van het aantal EP-U adviseurs in combinatie met het aantal geregistreerde energieprestatie-rapporten.

Kort samengevat houdt dat in:

  • 5% van de registraties van de certificaathouder wordt gecontroleerd;

  • Minimaal één controle per adviseur op dossier per jaar;

  • Één keer in de drie jaar een controle per adviseur achteraf in het werk;

  • Minimaal de helft van de controles wordt achteraf in het werk gedaan;

  • De controles worden verdeeld naar rato van basis en detail registraties.